Neem geen risico met de gezondheid van uw weidevee

Modern grasland heeft gemiddeld een tekort aan essentiële sporenelementen, zoals koper, selenium en kobalt.  Verder is ook de opname van sporenelementen afhankelijk van grondsoort. Zo worden koper en selenium op veen- en zandgrond moeilijker opgenomen door de aanwezigheid van hogere gehalten zwavel en ijzer. Om geen risico te lopen met de gezondheid en groei van uw dieren tijdens het weideseizoen is het verstandig om sporenelementen aan te vullen.

De behoeften aan de belangrijkste mineralen voor jongvee staan vermeld in tabel 1. Deze behoeften zijn afhankelijk van groeisnelheid en het lichaamsgewicht.

Tabel 1: Gemiddelde behoeftenormen voor spoorelementen van jongvee (mg/dier/dag)

Lichaamsgewicht (kg) Magnesium Koper Kobalt Zink Mangaan Selenium
130 (4 mnd) 6.7 56 0,4 111 98 0,40
260 (9 mnd) 10 92 0,6 143 140 0,62
400 (16 mnd) 14 132 0,7 183 183 0,87

Bron: Tabellenboek Veevoeding Herkauwers 2016

Uit analyses van de GD blijkt dat er tijdens de zomerperiode – als koeien vaak buiten lopen – een daling van de sporenelementenniveaus in het bloed plaatsvindt (zie figuur 1). Dieren die in de wei lopen nemen minder stalrantsoen op en krijgen daardoor minder sporenelementen binnen.

Figuur 1: Relatieve gehalten sporenelementen in tankmelk per maand; gemiddelde = 1 (Bron: GD)

 

Een goede mineralenhuishouding zal er niet alleen voor zorgen dat uw jongvee en weidevee zich fit voelt, maar heeft ook een positieve invloed op de vruchtbaarheid van het dier en op bijvoorbeeld het ongeboren kalf. Over het algemeen kunnen we stellen dat de gezondheidsstatus verbetert als de mineralenhuishouding op orde is!