Vitamine B12 is een zogenaamde cobalamine. Cobalamines zijn co-enzymen en spelen een belangrijke rol in de opbouw en het functioneren van onder andere het zenuwstelsel. Daarnaast zijn ze belangrijk voor de vorming van bloedcellen, voor de aanmaak van DNA en bij de regulatie van die aanmaak (Handleiding mineralenvoorziening rundvee, schapen, geiten, 2005). Verder is vitamine B12 als co-enzym in Methylmalonyl-CoA mutase nodig voor de omzetting van propionzuur. Uiteindelijk leidt dit tot de vorming van glucose; een belangrijke energiebron (Handleiding mineralenvoorziening rundvee, schapen, geiten, 2005).
Cobalt is nodig voor de aanmaak van vitamine B12. Dit geeft direct het belang van een goede cobalt voorziening aan. Naast de genoemde functie van cobalt hebben anaerobe pensbacteriën cobalt nodig voor hun vermenigvuldiging (Handleiding mineralenvoorziening rundvee, schapen, geiten, 2005). Dit is nodig voor de vertering van het in de pens aanwezige voedsel. Zowel cobalt als vitamine B12 zijn dus belangrijk voor het welzijn en groei van schapen in het algemeen.
Een cobalt tekort bij schapen komt in verschillende landen voor. Er kan dus worden gesproken van een internationaal probleem. De mate waarin ruwvoeders cobalt bevatten is afhankelijk van het cobalt gehalte in de grond, de pH van de grond en grondsoort.
In Nederland wordt vooral bij lammeren die op grasland worden gehouden, en niet worden bijgevoerd, een cobalt tekort waargenomen. Dit met name tegen het einde van de zomer en in de herfst. Reden hiervoor is dat wanneer ooien een cobalt tekort hebben – of hebben gehad – er ook weinig cobalt in de biest zit, waardoor de lammeren weinig tot geen cobalt voorraad op hebben kunnen bouwen. Tegen het eind van de zomer zullen de lammeren ook daadwerkelijk de verschijnselen van een tekort vertonen.
Een tekort aan cobalt geeft dezelfde symptomen als een tekort aan vitamine B12. Waarneembaar is (al dan niet in combinatie met elkaar): een afnemende eetlust, slechte pens ontwikkeling, verminderde groei, verminderde conditie, lagere productie en lusteloze dieren die dromerig in de wei staan. Ook zal op langere termijn de vruchtbaarheid afnemen en zal men vaker te maken krijgen met doodgeboren lammeren (Henderson, 1990).
Het is helaas niet altijd eenvoudig om cobalt gebrek aan te wijzen als oorzaak van genoemde problemen. Door minder vitamine B12 wordt een afgenomen activiteit van het enzym Methylmalonyl-CoA mutase waargenomen. Hierdoor zullen er meer stofwisselingsproducten zoals bijvoorbeeld methylmalonzuur (MMA) met de urine worden uitgescheiden. Dit is een manier om vitamine B12 tekort te constateren. Ook kan middels bloedonderzoek een tekort worden vastgesteld. Er wordt dan gekeken naar het MMA gehalte in plasma en het vitamine B12 gehalte in serum of plasma (Handleiding mineralenvoorziening rundvee, schapen, geiten, 2005). Echter, de meest gebruikelijke en praktische manier om cobalt tekorten aan te wijzen is het simpel toedienen van cobalt bij bovengenoemde ziektesymptomen. Bij een daadwerkelijk tekort zal het dier snel opknappen na toediening van cobalt.