Darmproblematiek bij jonge kalveren

Darmproblematiek bij jonge kalveren wijst op een verstoorde vochtbalans op darmniveau, één van de meest voorkomende klachten. Veelal wordt darmproblematiek veroorzaakt door een virus, bacterie of parasiet. Voorbeelden hiervan zijn E. coli, Rota en Coronavirus, Cryptosporidiose en Salmonella. Daarnaast kan voeding een grote rol spelen bij het veroorzaken van diarree.

Bij jonge kalveren is het één van de meest voorkomende aandoeningen: diarree. We moeten hierbij een onderscheid maken tussen infectieuze diarree en voedingsdiarree. Figuur 1 laat de verschillen zien tussen infectieuze- en voedingsdiarree en hoe te handelen. Ongeveer 70% van alle diarree is voedingsdiarree en is vaak management gerelateerd. Voor de oplossing moet er gezocht worden naar “waarom dit is voorgevallen?”. Bijvoorbeeld, was de temperatuur van de melk te laag of juist veel te hoog, hoe was kwaliteit van de melk, klopte de ratio?

Figuur 1: Symptomen en bijbehorende maatregelen van voedings- en infectieuze diarree

Infectieuze diarree

Infectieuze diarree wordt veroorzaakt door een virus, bacterie of parasiet. Voorbeelden hiervan zijn E. coli, Rota en Coronavirus, Cryptosporidiose en Salmonella1. Deze ziekteverwekkers hechten zich onder and

ere aan de darmwand. Vanaf de darmwand produceren ze stoffen, waaronder toxines, die het evenwicht tussen opname en uitscheiding van vocht en elektrolyten verstoren. Het gevolg is dat er te veel vocht wordt uitgescheiden: diarree.

Bacteriën

 

De belangrijkste bacterie in het kader van verstoringen op darmniveau bij jonge dieren is E. coli, die met name vanaf dag 0 t/m de 4de levensdag erg schadelijk is. De geproduceerde toxines door de E. coli bact

erie beschadigen de darmwand en veroorzaken veel vochtverlies uit de darm. Dit heeft als gevolg een ernstige, waterige diarree. Sterfte veroorzaakt door E. coli vindt soms plaats nog vóór de diarree goed zichtbaar is gewo

rden.

Mycotoxinen

Ook mycotoxinen (de gifstoffen van schimmels) zorgen vaak voor verteringsproblemen bij jonge kalveren. Mycotoxinen worden gemaakt door leden van de schimmelfamilie, (denk hierbij aan eencellige organi

smen zoals gisten of meercellige organismen zoals paddenstoelen) en worden geproduceerd als verdedigingsmechanisme. Drie belangrijke schimmelsoorten zijn Penicillium, Aspergillus en Fusarium. Voornamelijk schimmels van het geslacht Fusarium (deoxynivalenol, vaak DON genoemd) zijn berucht als diarree verwekkers bij jonge dieren.

Schimmels

Schimmels vormen schimmelsporen die kou en droogte kunnen doorstaan. Tijdens meer gunstige omstandigheden (warm en vochtig) groeien deze sporen uit tot schimmels die mycotoxinen kunnen vormen. Mycotoxinen zijn daarnaast enorm bestand tegen de invloeden van de spijsvertering.

Mycotoxinen zijn dus zeker van belang voor diergezondheid, omdat ze een uiterst ongewenst effect hebben op de diergezondheid en productieresultaten. Een gevolg zoals diarree bij kalveren in de melkperiode kan namelijk ook negatieve andere gevolgen hebben:

  • 17 x meer kans heeft op luchtwegproblemen2
  • 2,5 x meer kans op gedwongen afvoer van de melkkoe in de 1ste lactatie3
  • Eén diarree uitbraak bij het kalf betekent al gauw één week geen groei
  • De gemiddelde kosten van een diarree uitbraak zijn €150 per kalf4,5